53
Zoo ontstond die eindelooze, soms onmerkbare schakering,
welke meer dan bij eenig ander figuur bij den ossekop wordt
waargenomen. Hadden wij telkenswaar zich eene afwij
king van den meest gebruikelijken vorm voordoetdit al-
zoo gewijzigde merk in plaat willen brengen, dan zoude eene
nog uitgebreider verzameling dan diewelke hierachter is ge
voegd daarvan het gevolg zijn geweest. Wij hebben ons
echter slechts tot de hoofdsoorten bepaald en meenen bij ve
len te kunnen volstaan met eene bloote verwijzing naar de
stukken, waarin wij ze hebben gevonden.
PI. YI, n°. 1. De oudste ossekop is genomen uit het re
gister van renten van Onze Vrouwe kerk te Sluis, loopende
van 1370 tot 1380.
PI. VI, n°. 3, is uit hetzelfde register afkomstig. Eenig-
zins grooter dan deze ziet men hem in de grafelijke reke
ningen te 's Hage van 1354 1383 en 1384.
PL VI, n°. 3. De rekening van het illustre Lieve Vrouwe
broederschap te 's Hertogenbosch van het jaar 1385 heeft
een ossekopdie veel overeenkomst heeft met dezendien
wij hebben afgeteekend uit de rekening van den rentmeester
van Zeeland beoosten Schelde over 1396 welke geheel op
papier met dit merk is geschreven 1).
PI. VI, n°. 4, waarbij de papiermaker niet zeer gelukkig
is geslaagdontdekten wij in het schutblad der rentmees
tersrekening bewesten Schelde over 1434.
PI. VI, n°. 5. Omstreeks 1431 schijnt men in Zeeland
grooten voorraad van dit papier te hebben opgedaan; van
dat jaar tot 1448 werd het door den rentmeester bewesten
Schelde doorgaand voor zijne rekeningen gebezigd.
PI. VI, n°. 6. Deze kop van ter zijde, die tot de zeld
zame exemplaren behoortstak in het schutblad van twee
voorbeelden voorkomen op de platenachter het werk van Jansen gevoegd.
Vergelijk ook Koning, o. 1., bl. 77 en volgg.
Dit merk iswat den kop betreftook gelijk aan dat in de grafelijke
rekeningen van 1370 tot 1400, maar heeft daar stang noch kruis.