65
hoorn een zeer gebruikelijk uithangteeken der boekdrukkers
PLAAT XI, n°. 1. In de stedelijke rekeningen van Mid
delburg hebben wij gedurende een dertigtal jaren tegen het
midden der 16de eeuw den bok als papiermerk ontmoet, dien
irij in geen incunabulen of in handschriften hebben vermeld
gevonden 2). Het eerst verschijnt hij in de rekening van
1530 en vertoont zich ook in de rekening van den rent
meester van Zeeland beoosten Schelde over 15.38.
PI. XI, n°. 2. Daarna treedt hij op in de stadsrekening
van 1545
PI XI, n°. 3, en komt vervolgensin die van 1546 we
der terug.
PI. XI, n°. 4. Omstreeks het jaar 1540 was het eene
gewoonte bij de papierfabriekanten geworden om onder hun
bijzonder merk of wapen ook hunnen naam te plaatsen. Wij
zullen daarvan later meerdere voorbeelden zien. In 1544
prijkt zoodanig devies, doch met voor het meerendeel on
leesbare lettersonder het bokje in de stadsrekening van
Middelburg.
PI. XI, n°. 5. In dezelfde rekeningen van de jaren 1555
en 1560 wordt de bok voor het laatst aangetroffen, doch
nu telkens met den duidelijken naam van Edmond Demise
er onder 8).
PI. XIn°. 6. Langer leven hebben de hondjes gehad
waarvan reeds een fraai model, waarschijnlijk een hazewind,
Zie de aanteekening hiervoren op bl. 62, aant. 3.
2) Van Hasselt had wel den kop van een bok in de Geldersche re
keningen van de 15rt" eeuw opgemerkt. Zie hiervoren bl. 22.
s) Ditzelfde merk wordt ook gevonden in het papier, waarop de bekende
platte gronden van Noord- en Zuid-Nederlandsche steden door Jacob van
Deventer omstreeks dienzelfden tijd zijn geteekend. Zie Navorscher1866
bl. 193 196. Het is een bewijs te meer voor de echtheid en oorspronke
lijkheid van die kaarten van welke een vijftiental van Zeeuwsehe plaatsen
loor het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen voor de Zdatidia Illustrata
is aangekocht en thans in die verzameling wordt bewaard.
Archief VII. 5