en kalm zijne P voortdurend in het papier geplaatstalsof
er nog altijd een Philippus op den troon was gezeten?
Dit ware te ongerijmddan dat men het zoude kunnen ge-
looven.
Wij voor ons zien in al die omstandigheden een argument
te meer voor onze stelling, dat zoowel deze als al de an
dere initialen niets hebben te maken met den souverein van
het landmaar dat zij uitsluitend betrekking hebben op den
industrieel of op de plaats, waar zijn bedrijf was gevestigd
En hiermede stappen wij van dit onderwerp af om met de
verdere beschrijving van dit papiermerk voort te gaan, waar
van wij slechts enkele proeven hebben medegedeeld uit den
grooten voorraad, dien wij in den loop der 15"1® eeuw in de
Zeeuwsche archieven hebben gevonden. Dit nommer, dat
reeds de in lateren tijd ook veelal gebruikelijke gedaante heeft,
is genomen uit het eerste weesboek van Sluis, aanvangende
met het jaar 1447.
PI. XII, n°. 6. Aan hetzelfde archief, uit een stuk van
het jaar 1448, is deze P ontleend, die tooi- het eerst de
bloem of roos boven de letters vertoontwelke telkens af
wisselt met het door verlenging meer naar een kruis zwee-
mend figuurzoo als blijkt uit
PI. XII, n°. 7de P der stedelijke rekening van Mid
delburg over 1451.
PI. XIIn°. 8. Op deze wijze komt de P niet zoo dik
wijls voor. Wij vonden haar in de stadsrekening van Mid
delburg over het jaar 1464.
72
Koning had uit den aard van zijn onderzoek slechts papiermerken van
1420 tot 1520 geraadpleegd. Maar daaronder had hij toch ook andere initia
len opgemerkt, die hij op Maximiuaan en Karei V heeft toegepast. Hoe
was dit te rijmen met het middelerwijl voortgezet gebruik van de P Deze
tegenstrijdigheid wordt niet opgelost in het wijdloopig betoog, te vinden in
zijne Verhandeling over de uitvinding der boekdrukkunst op bl. 82 tot 86
en in zijne Bijdragen tot de geschiedenis der boekdrukkunst op bl. 17 tot 23.