98
De zeer uitvoerige resolutie van 25 27 en 28 November
1679, geïnsereerd in het Secreet register van authorisa
tion op de heeren thesauriers der staden van welke een
afschrift gevonden wordt in de portefeuille van van Cittees op
het Provinciaal archief; is allerbelangrijkst voor de ken
nis van de finantiën der Stad; van welke eene door de the
sauriers opgemaakte pertinente specificatiebenevens een over
zicht van de toenmalige gesteldheid van de Leenbank in de
resolutie voorkomt; uit welk overzicht blijkt, dat de schuld
van de bank, op 1 Januari 1612, 447,693 15 8 be
droeg 1).
De gewone uitgaven van de Stad bedroegen destijds 22,073,
van welke de helft wegens renten en intrest van schuld; te
genover eene inkomstuit accijnsen en enkele direkte belas
tingen van slechts 16,303. Geen wonder dat men bedacht
was op de reductie van den intrest der schulden tevens
op bezuiniging; door welk een en ander men rekende het na-
deelig verschil tusschen uitgaven en ontvangsten te zullen
kunnen doen verdwijnen. Men kan uit die resolutie levens
de vele groote en kleine misbruiken leeren kennenwelke in
het beheer van de stadszaken van lieverlede waren ingeslopen;
terwijl men uit de daarin voorkomende Lijste van de trakte
menten die jaarlijks door de heeren Thesauriers der stad be
taald worden, niet zonder eenige bevreemding, ontwaart dat
de .Burgemeestersde schepenen en de raden geen trakte
ment genotenofschoon zij bij hunne aanstelling respectieve
lijk 250 en 150, behalve het dubbel in obligatiën ten
laste van de Leenbank, als recognitie te betalen hadden.
Om evenwicht in de ontvangsten en uitgaven te brengen,
kon van de schulden der Stadwaaronder de obligatiën van
de Leenbank, niet meer dan 2 pCt. in de eerstvolgende ja
ren worden betaald. Men zou dan ook zijn best doen om de
Volgens het Groothoek van de Leenbank beliep echter de rekening van
penningen a deposito 453,014.