99 bewilliging van de geïnteresseerden daartoe te verkrijgenen dit gelukte. Het nader accoord tusschen de Commissarissen van de Bank van leening en de gecommitteerden van de ge- interesseerdenden 27 Maart 1680 aangegaan, werd den volgenden dag door BurgemeestersSchepenen en Raden en den 8 Mei door den Prins van Oranje goedgekeurd 1). Bij dit kontrakt werd de intrest van de obligatiën op 2 pCt. gebracht, met bepaling dat die van lieverlede tot 3^ pCt. zon worden opgevoerdnaar mate de schulden van de bank door aflossing zouden verminderen terwijlom zoowel daarop als op het overige der overeenkomst toe te zientwee gedelegeer den uit de geïnteresseerden in het bestuur van de Leenbank zitting zouden hebben. De stad nam voor hare rekening alle de kosten van de procedures voor het Hof aanhangig en waaraan door deze overeenkomst een eind werd gemaakt. Naar aanleiding van dit kontrakt hebben de geïnteresseerden acht der hunnen aangewezen, als een permanent collegie om alle de geïnteresseerden te vertegenwoordigendoor welke acht de twee Commissarissen verkozen werden die, naast de Com missarissen uit den Magistraat, het medebeheer over de Leen bank zouden voeren. De rekeningen van de Leenbank van 1681 tot 1700, zijn dan ook zoowel door deze Commissaris sen, als door die uit de burgerij, mr. Govaehts de Jonge en mr. Joan Pieteii Rethaan, onderteekend. Met de sluiting van dit kontrakt waren de groote finantieele moeielijkhedenwaarin de Leenbank gedurende zoo vele jaren verkeerd had grootendeels overwonnen ofschoon men toch nog in 1693, op de klacht van Commissarissen, over het af- Het is in originali te vinden in Let stads-archiefonder A. R. 1204, n°. 514; en een afschrift er van in Secreet register ten raden°. 3f 1623. Reeds den 24 Februari te voren waren alle voogden van weezen door den Raad geautoriseerd het kontrakt tusschen de stad en de geïnteres seerden over den intrest van 2 pCt. aangegaan, te teekenen. Zonderling dat, ofschoon het Provisionneel accoord; gedrukt (in mijn bezit) ishet verzoek van geïnteresseerden om dat van 1680 te laten drukken, hij resol. van 2 Maart, werd afgewezen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 103