10.3 per transport 8,077 7 5 87,983 15 9 zooveel door heeren Thesauriers is afge schreven 23,716 1211 31.794: 4 dus de stad aan de Leenbank schuldig blijft op uit0. Sept. 1793 cle som me van 56,189 15 5 De schuld van de Leenbank aan de Wis selbank is geweest op uit0. September 179 25,000 waarbij komt, 't geen tijde de zer rekening is opgenomen 28,400 te zamen 33,400 waarvan gaat, 't geen tijde de zer rekening is afgeschreven n 16,000 blijft dus de schuld van de Leenbank aan de Wisselbank op uit0. September 1793 de somme van17,400: En het goede slot van de Leenbank, op uit0. September 1793, de somma van 38,789:15: 5 De Stad gebruikte de Leenbank om geld bij de Wissel bank op te nemenen erkende zich als scliuldenares van de eerstevoor de sommen die zij middelijk bij de laatste opnam. Vermits ecbter de beide banken stedelijke instellin gen warenwelke van stadswege beheerd werden en voor welker operatiën en schulden de Stad borg en aansprakelijk wasis het duidelijk dat die wederzijdsche debiteuren en cre diteuren slechts fictieve waren, en dat de schuld bijv. welke de Leenbank bij de Wisselbank aangingeene schuld van de Stad was; terwijl evenzoo het zoogenaamd te goed van de Leen bank ten laste van de Stad, slechts in de verbeelding, m. a. w. alléén op het papier bestond. Wil men een bewijs van de éénheid der finantiën van de Stad met die van de Leenbank,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 107