105
nemen. Maar, voor het geval dat de Wisselbank zelve noodig
had geld van de Leenbankin mindering van deze schuld
aan de Wisselbank op te eischen, verzochten zij dat de the
sauriers zonder nadere autorisatie, nu voor alsdan, mochten
gemachtigd wordenten spoedigste op wisselbrieven zooveel
te negotieeren als de Wisselbank zou hebben opgeëischtin
welk geval de stadsschuld niet vermeerderd wordenmaar (deze)
alleen veranderen zou van crediteur. Welke te uegotieeren
gelden in mindering der stads schuld door de thesauriers
aan de Leenbanken door deze aan de Wisselbank zouden
moeten worden overgeschreven en betaald. Conform besloten.
Uit deze en vele andere secreete resolutiën leert men tiet
nauw verband lusschen, of liever de éénheid van de finantiën
der stad en die van de beide banken kennenom welke reden
dan ook de finantieele geschiedenis van de Leenbank gedurende
het grooter deel van de 18° eeuw, niet anders te beschouwen
is dan als een stuk van de finantieele geschiedenis der stad;
welker beschrijving niet ligt iu het plan van deze verhandeling.
De Bank van ltening is, sedert 1806 gelijk wij hierboven
zagen, 't geen zij naar haren aard en bestemming alléén we
zen moeteene gelegenheid voor den minvermogende om uit
tijdeiijken nood geholpen te wordenof om een gering be-
drijf-kapitaaltegen pand en tegen, wel is waar betrekkelijk
hoogen, doch bij inrichtingen als deze onvermij delijken
intrest, te leen en.
Laar waar zulke inrichtingen in ons land bestaanworden
zij geacht aan eene volksbehoefte, vermeend of wezenlijk, te
voldoen. Ook om deze reden schijnt eene geschiedenisals
welke ik getracht heb in het hierboven medegedeelde te le
veren hare eigenaardige belangrijkheid te hebben. In ieder
geval vergunt zij een blik in de vroegere openbare huishou
ding van onze staden op de gebrekkigesoms laakbare
wijswaarop de voormalige regenten van Middelburg zich nu
en dan van hunnen plicht kwetenof dien veronachtzaamden.