122
Missive aan sijnne doorlughtighe Hoogheijd den
Heere Prince van Orange. 7 Junij 1686.
Doorlughtig Hoog geboren Burst ende Heere.
D'hr. Burgemr. de Muynck die jegens desen morgen het
collegie van weth ende raed, op gisteren liadde gedaan dach-
vaarden heeft ons gecommuniceert dat gisteren jegens den mid-
dagh aan sijn E. huijs was gecomen seker Cap* van het re
giment gecommandeert door den Heer Collonel Eagei,, aan
sijn Ed. verthoonende patente van Uwe Hoogheijt op den voorn.
Collonel gegevenom sich van 's Hertogenbosch met sijn re
giment na dese stadt te begeven, om in deselve guarnisoen
te houden daar bij vouchende dat dien geinelde Heer Collonel
reeds tot aan de stadt was geavanceertdat geme Heer Bur
gemeester den voorn. Capt. daarop had geantwoord dat sijn
E. voor sijn particulier de bevelen van uwe Hoogheijt soude
obtemporeren en verder daarvan aan de Regeringe kennisse
geven dat corten tijt daarnaar den geme Heer Collonel tot
binnen de stadt sijnde geavanceertgeme Heer Burgemr pro. re
nata eenige particuliere ordre hadde moeten stellen welk
rapport gehoort en daarop gedelibereert sijnde, hebben wij
eenparich goedgevonden Uwe Ploogheijt te bedancken voor de
goede voorsorgedie Uwe Hoogheijt heeft gelieven te dragen
voor de versekeringe van het Eijland van Walcheren, tegen de
bedenkelijckheden die eenige opgenomen haddendat het voors.
Eijland hoewel in tijdt van vollen vrede eenig onlieyl mochte
nakende sijn, doch en conn en wij ons niet onthouden, Uwe
Hoogheyt met alle schuldige respect eenparichlijcq voor te dra
gen dat dese stadt als het Hooft en commerciërende in de
Provintie noyt en is beswaert geweest met het innemen van
guarnisoen en logeren van militie noch voornoch na dat dese
stadt onder de gehoorsaemheyt van desen staat is gereduceert
en dat ook Hertog Willem van Beijeren in den jare 1408
aan de borgerie deser stadt het voorsz. recht van geene weer
bare mannen te moeten innemen heeft geconhrmeertgelijck