125 Johan Pieter van den Brande Schepen en Johan Schorer Secretaris hebben ter vergaderinge gerapporteert dat haar Edin gevolge van de Commissie op haar gestrecxt bij het Collegie van Weth en Raed den 8 deser op den 9 daaraanvolgende na den Hage waren vertrocken om Sijn Hoog- heijd den Heere Prince van Orangie op het allercraghtighste met alle redenen ter materie dienende te versouckenten eijnde hoog gem Sijnne Hoogheyd het .Regiment gecommandeert door d' fleer Collonel Paged, jegenwoordich binnen MiddeLburch guarnisoen houdende, elders inden eylande van Walcheren geliefide te verplaetschendat zij op den 10en daaraanvolgende in den Hage aeugecomen sijnde omme met des te meerder succes hunne Commissie uijt te voerenhadden goedgevonden van deselve hunne Commissie aen den Heere van Odijck tot Seyst zigh onthoudende ouverture ende kennisse te geven om na ingenomen informatie, Sijn HoogEd: te versoucken, dat Sijn Hoog Ed: geliefide het versouck, ten eijnde voorsz. aen Sijnne Hoogheijd den Heere Prince van Orange te doen faciliteren ende door Sijn Hoog Ed: voorschrijvens haar prompte en favorabele audiëntie bij hoog gemelte Sijnne Hoogheijd te doen erlangen; dat haar Ed: daarop den lle" na Seyst vertrocken zijnde ende met gem Heere van Odijcq over "t gene voorsnaar ouverture van de Commissie in 't breede gesprokenende den Heere van Odijcq aengenomen hebbende favorabele brieven van voorschrijvinge aan Sijnne Hoogheijd te senden haar Ed den 13 daaraenvolgende weder na den Hage vertrocken aldaar aangecomen waeren en dat Haar Eddaeghs daaraan zijnde Vrijdach dgn 14 het geluck hadden gehad van een prompte en favorabele audiëntie bij Hoog gene. Sijnne Hoog heijd te obtineren, als wanneer haar Ed: met alle bedencke- lijcke redenen ingevolge van hunne Commissie Sijnne Hoogheijd hadden verzoght, dat het Regiment van dhr. Paget,, jegen- woordig binnen Middelburg guarnisoen houdende elders in den Eijlande mochte werden verplaestdat hooggemelte Sijnne Hoogheijd aandaghtelijck op alle redenen geletli hebbendever-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 129