130 voors verzoucq ingewillichten sien wij oock uijt de voors UE. missive dat die onse voorsorge UE. niet onaangenaam is geweest, dewijle UE, eenparich daarbij, ons daarover bedancken wij willen nu gaarne aen het bescheijden oordeel van UE. ende van ai de weerelt laetenoff wij in dese saecke anders heb ben eonnen procederen als bij ons is geschiet: want als wij 't voors. eijland van Walcheren tot voorcominge van alle ge vreesde onheijlen met eenige militie souden voorsien soo conden wij die immers niet doen logeren ten platten landeson der het voorsplatte landt gansch seer te bedervenomdat UE, wel weten dat de militie ten platten lande, wat devoiren men oock doetniet can werden gehouden in soodanigen discipline, als wel can geschieden binnen de stedensonderlinge als die militie niet op eenmaer op meer plaetschen soude moeten werden gelogeerten dat men darom nimmermeer militie ten platten lande heeft doen of laeten camperensoo lange den noot hetselve niet quam te vorderen, maer dat men de selve militie altoos binnen de steden heeft doen guarnisoen houden ja dat de tleeren Staten van de respe Provintien om die redenen de Heeren onse Praedecesseurs altoos hebben versoglit ende gerecommandeert geen logeringe van krijcxvolck ten plat ten lande maar alleen binnen de steden te willen doen en als de voorsmilitie vervolgens binnen de voors steden in guarnisoen soude werden gebrachthebben wij ook gemeintniet beter te connen doen dan te logeren een regiment binnen Ylis- singe leggende aan de eene zijde van het eijland, een regiment binnen ter Yeergelegen aen de andere sijde van hetzelve eijland ende een regiment binnen Middelburgh voorn* gelegen tusschen de voors: steden Ylissinge ter Yeer, opdat de ingesetenen van de voorssteden door de voorsinlogeringeniet te veel beswaart ende het voorsregiment ten eersten soude konnen dienen tot hulpe van de militie leggende binnen Ylissinge ter Yeer, nadat een van beijde hulpe van noode soude mogen hebben alhoewel wij meinden dat die voors: despositie soude hebben moeten vinden, soo als het. in der waarheijd be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 134