137 souden behouden lij ff en goed, sonder reproche van voorgaande saecken, en dat deselve voor de eerste in de voors. stadt souden doen trecken, seeker getal van borgers uijt de steden Zzee, Vlissin- ge ende Yeere, omme 't crijcv ende scheepsvoleq daaruijt te hou den en oock gedachte met alle gevougelijcke middelen, den haet van de andere steden tegens hen te doen cesserenmaar vinden daar inne wederom niet een woort daaruijt afgenomen soude connen worden dat het voors. privilegie bij de voors. stadt soude zijn geallegeert of selffs gesustineertdat zij met geen inlogeringe van krijcxvolcq soude behooren te werden gechar- geert, veel min dat den Hooggeme Heere Prince dat pri vilegie soude hebben erkent, toegestaan of geconfirmeertter contrarie soo blijckt uijt die actedat de voors. stadt in geen staet was om veel te capituleren dat het guarnisoen al ge- capituleert haddedat die was gevallen in de uijterste elende honger en armoede aen de eene en in den haet van de an dere steden aen andere zijde en dat sij gemeriteert heb bende na rigueur te werden getracteert den hoog geme Heere Prince liever hadde Christelijcke genade boven die rigeur te prefereren; seeker die soo een Capitulatie aennemen ende ont- fangenthoonen daarmede genouchdat zij in geen staet sijn om veel te vorderen off te bedingenen brenght daarom die acte oock niet mede, ijets smaekende naar eenig bedinghaccort ofte verdrachmaar niet anderes dan een simpele gratieuse ende compassieuse dispositie ende verclaringe van den hooggein0 Heere Prince van Orange, en die daarmede wel specialijcq heeft willen uitdruckendat deselve sorge dragen soude voor de bewaerenisse van de voors. stadtsoo als het le Art' van de voors. Instructie denselven Heere Prince oock daarmede chargeerdemaar dat sijn P. Doorlughtigh4 considererende de armoede daarinne de voors. borgeren waeren vervallenhaar uijt Christelijcke genade vooreerst niet soude chargeren met crijcx- en bootsvolcq, dat op die tijt, als de Historiën getuij- gen seer qualijcq betaelt wierdenen tegens de Spaensche en Spaenschgezinde seer was geanimeert, en dat mitsdien in die

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 141