139
geen militie guarnisoen gehouden heeft, en daar zijn in de
Provintien van Holland en Zeeland, wel verscheijde steden, die
insgelijcx in veele jaren met geen inlogeringe van militie zijn
beswaart geworden, maar dat can immers voor geen privilegie
streek en, sonderlinge daar het evident is, datter tijden zijn
geweestdat de voors stadt oock met guarnisoen is beset ge
weest, ende namentlijcq eer die onder den staet is gereduceert,
en connen wij ons niet laten bewegen om de voors: militie
van daar te trecken omdat UE. allegeren sonder eenig het
minste bewijs dat het een voorrecht van de voorsstadt soude
zijnmet geen militie beswaart te werden ende dat de an
dere steden ende plaetschen van Walcheren voorn die last van
inlogeringe soude moeten dragenomdat ons daarvan heel
niet blijekt, en het ons voor een groote injustitie soude moe
ten werden toegerekentdat wij die exemptie sonder het ge-
ringhste bewijs hadden geadmitteert tot merckelijcke beswaeringe
van de andere steden en plaetschen van Walcheren voorn'
Ja tot een seer notabelen ingreep ende indracht in het reght
van de Heeren Staten van Zeeland selfs welkers plaetsche en
authoriteijt wij in desen becleeden en gebruijken.
Want wat belanght de extracten uijt de registers van den
raedt der voorsstadt Middelb: van den 7 September en 4
November 1566 houdende dat den Raedt gehoort hebbende,
datter gerughten gingenvan datter eenige kneghten met ge
weer binnen de voors: stadt waeren gecomen, den Biscop van
deselve stad hadden geobligeert om te leijden, dat sijn woon-
plaatsche wierde gevisiteertom te vernemen off die gerughten
waar mochten zijn, en dat den gem Raed niet hadde connen
goedvindendat men aan de Staten soude versoucken dat
een hooft en eenige kneghten souden werden gesonden binnen
Middelburch voorn', wij weten niet wat UE. daarmede willen
te kennen geven of bewijsen, doordien die actens wel gewach
maeken wat in die tumultueuse tijden is geschietmaar geen-
sints connen dienen tot adstructie van soodanig reght, als UE.
nu pretenderen.