\u tijd, zoowel met Baudius en Heinsius als vooral met Boreet, in naanwe vriendscliapsbetrekking stond, en dan kan het gedicht van de Groot op het huwelijk van Boreei, ge maakt (H. Grotii, Poëmata ed. 5a p 104, sqq.) en inzon derheid de daarin voorkomende regels: nille ego curarum sociusetc. gedeeltelijk op dezen brief slaan. Ook de ver melding in den brief van Beige rsbergh begunstigt deze gissing; weldra toch zou de Groot (2 -Juli 1608) met Maria van Beigersbergii in het huwelijk treden. De verloofde van Boreet, was Agnes Haijman de dochter van Dierix Cuaeyssen Haijman, een rijlc man, die, naar ik meen, tot de in dijkers van Cats heeft behoord, doch, zoo als uit den brief blijkt, in 1603 reeds overleden was. De naam van de moeder is niet met zekerheid op te geven, doch volgens de wapens die op het monument der Boreels, vroeger in de groote kerk te Yeere aanwezig, voorkwamen, behoorde zij tot een geslacht Yisscher. De Adrianula in den brief is de oudste dochter van Dierix Haijman, Jeanne; de stelliohaar manAdriaan van de Perre in 1598 raad van Middelburg geworden en vader van den ambassadeur Paulus van de Perre. Yan Heinsius ontving Boreet, een huwelijks-gedicht dat voorkomt in HeinsII poëmata, lib. Ill Eleg. 7 van Baudius niet; in een brief van 6 Juni 1608 schrijft Baudius aan Cornelis van der Mijle Heinsius hesterno die pro- fectus est in Zelandiam ut intersit nuptiis D. Borelii quas //una cum Grotio heroë cohonestavit insigni epithalamio; n postulabatur etiam a me carmen, sed difficile est imitari ngaudia falsa. Nee bene sollicitis ebria verba cadunt. Erat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 148