11 landen bevinden mochten. Zij konden hunne schuldenaren doen gijzelen die door 's Graven //torremeister(cipier) zou den moeten gevangen worden gehoudentotdat zij den tafel houder volkomen voldaan haddenen wel op dezer eigen kos ten ten ware zij niets haddenin welk geval de kosten van gijzeling voor rekening van de //coopmannen" waren. Zij behoefden geen uitstel van betaling toe te staande Graaf zou hun een serijant" (deurwaarder?) geven om de inschul- den buiten Middelburg in te vorderen, 's Graven schepenen zouden de //letteren van hoeren sculdaren" (schuldbekentenis sen) moeten bezegelen en recht doen naar den inhoud van dien. Uit deze en nog andere bij dit octrooi den Lombarden toegekende buitensporige voorrechten boven andere burgers blijkt overvloediglijk hoezeer hun handeldrijven op prijs werd gesteld hoe groote behoefte er aan zulken handelzij het dan ook door vreemdelingen gedreven bestond. En gelijk het in Zeeland was zoo was het in de overige Nederlanden. Merkwaardig is de groote overeenkomst van dit octrooi, zoowel in inhoud als doorgaans in bewoordingen met een charter 1), bij 't welk door Graaf BeinotjdII, in 13.32 vrij heden en voorrechten verleend waren aan eenige Lombardiers tot het wisselen en het drijven van koopmanschap in Zalt- Bommelonder welke vrijheden echter het impune violare evenmin voorkomtals de kwijtschelding van te voren ge pleegde misdrijven. Ook de begripsverwarring tussclien publiek en privaat recht, die trouwens bij onze voorouders tot in de tegenwoordige eeuw heeft voortgeduurd. De meeste der toe gekende voorrechten waren afwijkingen van het gemeene recht die de Yorst derhalve alleen krachtens zijne souvereiniteit jure publico verleenen kon. Toch is het octrooi tegelijker tijd een civiel contract tusschen den Graaf, die eene jaarlijk- sche recognitie bedong, en //de coopmannen,'" die de vrijhe den voor de bedongen som kochtenen bij welk contract l) Uitgegeven door G-. van Hasselt in Geldersche oudhedend. Ibl. 515 volg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 15