158
gewaagde veronderstellingen. Het staat vast dat in Zeeland
eene mannelijke godheiddie in karakter met den Romein-
schen zeegod overeenkomtbijzonder vereerd werd, en wel
in verbinding met Nehalennia. Voorts is het welbekend dat
die god in de Noordsche mythologie Niördhr heet. Ook is
het aan geen redelijken twijfel onderhevig dat genoemd
Noordsch woord in eenen ouderen vorm van 't Nederduitsch
geluid moet hebben Nerthus, Nerthos, ten tijde toen de s
nog niet als uitgang des nominatiefs was verdwenen, en in
een later tijdperk nerthunerthohetwelk zich niet van den
stamvorm onderscheidt. Eindelijk is het eene zaak waarover
geen verschil van gevoelen bestaatdat mdriin ouderen
vormmdria Gotisch mêrja enz. een overbekend woord is
aan alle Germaansche talen gemeen terwijl het in de Kelti
sche talen ontbreekt.
Hetgeen in de boven beproefde verklaring op gissing steunt,
is de veronderstelling dat nerto eene onnaauwkeurigeaan La-
tijnschen invloed te wijtenspelling is voor nertho.
Het woord Nertoniushetzij bijnaam of patronymicum ver
mogen we niet te verklaren. Te beweren dat het wel van
't behandelde nertho zal afgeleid wezen, is niets gezegd,
zoolang men 't geheele woord niet in zijn grammatische
bestanddeelen weet te ontleden. Aan den anderen kant
spreekt het van zelf dat men evenmin recht heeft het onbe-
grepene woord aan te halen in eene opsomming van Gal
lische woorden gelijk Zeuss in eene plaats, vroeger aangehaald,
gedaan heeft.
Al mogen we ons niet ontveinzen dat het positieve resul
taat van ons onderzoek van luttel of geene waarde istocli
meenen we betoogd te hebben dat er meer noodig is ter
staving van 't beweerde Galliërschap van Nertomarius Nerto
nius, dan de feiten of gronden door Zeuss meegedeeld, en
door den nieuwen bewerker Dr. Ebet, voldoende gekeurd
naar het schijnt. Daarenboven kunnen nieuwe ontdekkingen
op Zeeuwschen bodem of elders in 't geheel niet onmoge-