12 de Graaf zich verhond om alle schade die een gevolg mocht zijn van eenig gebrek in de voorwaarden of van het verbre ken er van zijnerzijds, te zullen //ghelden" (vergoeden), waartoe hij alle zijne goederen en die van zijne nakomelingen Graven van Holland en van Zeeland, verbond. Opmerkelijk is ook, dat de meeste namen der geoctrooieerden Iwllandsche namen zijn; te meer, daar van 1440 af tot in 1600 de tafelhouders te Middelburg italiaansche of althans on-holland- sche namen droegen en van velen hunner uitdrukkelijk ge zegd wordt dat zij uit Piemont afkomstig waren. De eenige gissing die ik waag is deze dat de coopmannen" in de charters van "1374 en 1397 genoemd meerendeels wel Ne derlanders maar misschien agenten of compagnons van een grooteralgemeen gezelschap van Lombardiers waren 't welk in de Nederlanden gevestigd was. Dat zij in elk geval geen M iddelburgers warenmaak ik op uit de woorden van het charter, volgens welke hun vergund werd gedurende de 20 jaren van het octrooi, en nog 2 jaren daarna ter bereddering van hunne zakenin Middelburg te mogen wonen en blijven alzoo als 't hun best genoegen zalmet vrijheid om de stad binnen dien termijn te verlaten iets wat denkelijk onnoodig zou geweest zijn wanneer zij ingezetenen of poorters van Mid delburg geweest waren. Zij schijnen intusschen of geen gebruik van het octrooi ge maakt, of daarvan spoedig afgezien te hebben want in 1403 vernietigde de Graaf alle pretensien die «de lombard Boni- eaes Teabijeiee" j) op de poorters van Middelburg had daar hij wegens breuken al zijn goed verbeurd had waartoe zijn huis in de gortstraatbehoorde't welk de Graaf aan zijn bastaard neef Dike van Maaesen schonk 2). En in 1411 gaf Graaf "Willem "VI commissie aan Henkic van We- sel als wisselhouder te Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal, J) Misschien een zoon of neef van Jacob Trabukiek van Sluis. 2) Rijks archiefMemoriaalboek j. fol. 59 en Reg. Albrecht, f°. 48 8°.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 16