220
V p de ii e e r c a in e r.
Een groot tauereel van Susanna.
noch een groote velt coutsedaer op een bedde met een
lijnen cleet, daertoe groen zijde gordinen.
noch vier brusselsche stoelen,
twee groote matalen vierijsers met een tange.
noch eenen platten tresoer met een tafvereel van onsser vrouwen
noch een Rustighe kistedaerinne zesse oircussens.
noch zes cieene oircussens
een tafel met een scraghe.
noch ander zesse oircussens
noch een groote brantspijgel een blaesbalgh.
vp de capelle een bedde,
noch een comptoernoch twee stenen vlas.
Yp de voircamer.
Eerst een groote Heer coutse daer vppe een bedde met een
beddecleet met zaijen gordinen.
noch een vrouwen zetelken.
twee bancken noch een grooten lijst,
noch een cleen heercoutsken dair vp een beddeken met een
deck cleet.
noch drije bruselsche stoelen.
noch een tauereel van onser vrouwen.
noch een blaesbalgh een tanghe.
noch een tauereelken wijs van onsser liever vrouwen.
Yp de achtercamer.
Eerst een veltcoutse met groen saijen gordinen.
een platten tresoer.
noch een tavereelken van Betlehem.
noch een stoel van wagescot gemaect.
noch twee eijken lijsten.
noch een vrouwen stoel.