221 noch een ander wat hooger. noch een tavereelken van onsser vrouwe ende Josepli. Noch op een camer. Eerst een ronde tafeleen rolle coutse met een beddeken twee lange bancken. noch een coutse met een bedde met zijn toebehooren. een tafel met twee scraghen. Op een van de solders. Een rolle coutse met een bedde, noch een ander rolle coutse. noch een betstede met een bedde. noch twee groote vierijsers daer men speeten inne went. noch een vrouwen stoel, noch een viercante tafel, noch twee cleen kistkens. V p den camer ouer de needercamer. Eerst drije eijken kistkens die men ande hand draecht, noch een ander wat cleijner. noch een oistersch comptoer. noch een eijken kiste. noch een heer coutse met een bedde met zijn toebehoeren. een cleercassenoch een cleen coutsebeddeken ende zijn toebehoeren. een hangende tresoerken. twee oude bordekens. noch een steene casken van onsser vrouwe, noch een ijseren tanghe. In de pat. een koetse met een beddeken met zijn toebehoeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 225