18 door de Staten van deze gewesten, den 12 Mei 1574, Pran- 90is Massazia werd benoemd, ter vervanging van den door Pilips vroeger aangestelden spaanschgezinden Bernardin Succa 1) het mij niet is mogen gelukken eenig spoor te ontdekken van diens werkzaamheid of bemoeiingen in Zeeland. Toch zou het kunnen schijnen alsof zulk ambtenaar ook in onze provincie werkzaam geweest wareop grond van het volgend feit. Toen zekere Michiel des Ardes, controlleur van de leenbanken in Holland 2)in 1580 aan onze Staten verzocht om tot contrerolleur generaal van de lombaarden in //Zeeland" te- worden aangesteld werd dit verzoek, den 15 Aprilafgewezenalzoo in deze provincie daarin is voorzien." Ook leest men in het octrooi bij 't welk de Prins van Oranje den 27 Dec. 1582 3)het controlleur-generaalschap van Mas sazia voor 7 jaren verlengdedat dit octrooi alléén voor Holland gold, vermits voor Zeeland dienaangaande //onlanks" een particulier octrooi was verleend geworden zulks niette genstaande in de resolutie van Holland, van 31 Mei 1580, tot welker bekrachtiging het octrooi van den Prins van Oranje dienen moestvan Massazia als van den commissaris- //generaal van de tafelen van leening in Holland en Zeeland gesproken wordt. Het is mij niet gelukt het //particulier oc- //trooi," van 't welk de resolutie van den Prins spreekt, te vinden. 2. Onder de republiek. Dat de souvereiniteit van deze landen na de afzwering van de spaansche heerschappij niet op de Staten-generaal der Yer- eenigde Nederlanden, maar op de Staten der gewesten overging, blijkt ook wederom uit de geschiedenis van het hier behandelde onderwerp. Der eerstgenoemden bemoeiing met de leenbanken bepaalde zich tot de generaliteits-landenvoor de geünieerde VeegenSj bl. 44. 2) VeegenSj bl. 54 en 55. 3) Groot placcaatboek, VIII429.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 22