233
Beoostenschelde is mij gebleken, dat Ci,aes Wolfaertszoon
een zoon was van Wolfaert Simonszoon en nog drie broe
ders had, Simon, Wittelle en Gili.es. 13e vier broeders
komen in de bede-rekening over 1441 voor, als te zamen
voor een vierde geregtigd tot de ambachtsheerlijkheid Noord-
gouwe, terwijl als eigenaar van het overige dier heerlijkheid
wordt opgegeven Jacob Philipszoon. In de rekening van
1440 worden a.s ambachtsheeren genoemd Wittelle en Phi
lips, Willem HoNTs-kmderen. Het aandeel der zonen van
Wolfaert Simonszoon schijnt dus afkomstig te zijn van
Wittelle een der twee zonen van Willem Hont, en vermoe
delijk was Woifaert Simonszoon gehuwd met eene dochter
van Wittelle Hont en droeg vandaar ook zijn tweede zoon
den naam van Witte lts®.
Het geslacht Hont of de Hont waaraan mr. Franchoys van
Zandijck nog op andere wijze verwant blijkt te zijn geweest,
was een oud Zierikzeesch geslacht.
Daarvan worden als burgemeesters van Zierikzee vermeld
Jan de Hont, Domaeszoon, in 1307, 1369 en 1375; Wil
lem Hont, Witteli.enzoonin 1 368, 1370 en 1377; Phi
lips, Willem-Hontszoon in 1393, 1400, 1407 en 1420 en
Jacob, Piiilips-Willem-Hontszoon in 1422 en 1431.
Tot datzelfde geslacht behoorde ongetwijfeld ook jonkvrouw
Lijsbette, de vrouw van Floris van Borssei.en heer van
Souburg en gouverneur van Holland en Zeeland in 1431 en
1432, die volgens het bij W. te Water, Iloogadelijk en adel-
rijk Zeeland, voorrede, bl. 78) medegedeelde, door Ruisch
de Bruin LijsbetteWillem HowtsPhilipsdochter wordt
genoemd, waarvoor zal moeten gelezen worden: '/Lijsbette,
Pliilips-Willein-lIoKtsdochter," even als in de geheele aldaar
voorkomende mededeelingin plaats van Hoats zal moeten
staan Ho?its.
De afstammelingen van Wittelle en Philips zonen van
Willem Hont, schijnen van lieverlede den geslachtsnaam Hont
niet meer te hebben gebezigd. Jacob, de zoon van Philips,