239
gewaardeerde verhandelingen van dr. L. J. F. Janssen,
J. ab Uthecht Dhessei.huis en jhr. C. A RethaanMacabé
met tal van platen versierd. x)
Het genootschap in dat opzigt nog denzelfden weg bewan
delende en ook thans niet willende achterblijven waar het gold
de behartiging van een wetenschappelijk belang, binnen den
kring zijner werkzaamheden gelegen had naauwelijks kennis
bekomen van die belangrijke vondst, of het liet, daartoe in
staat gesteld door de welwillendheid van den lieer C. 1). Tie-
i.ionius Kiuilttiioff rentmeester van het kroondomein te
Domburgin wiens bezit die steen was overgegaan daarvan
onmiddelijk eenige photographische afbeeldingen makendie
men bij het- bestuur kon bekomen. Dit gaf al dadelijk aan
leiding aan den heer dr. C. Leemans tot de belangrijke me-
dedeeling in de afdeeling letterkunde der koninklijke akade-
mie van wetenschappen in de maand April gedaanwaarbij
De Romeinsche beelden en yedenksteenen van Zeeland beschreven en
opgehelderd door dl*. L. J. F. Janssen, Middelburg 1S45, in 8°met een
atlas van 19 platenin 4°. De godsdienstleer der aloude Zeelandersuit
oude gedenkstukkenvolksoverleveringe?i en berigten opgemaakt door J. ab
Utrecht Dresseliiuis, Middelburg 1815, in 8°. Twee verhandelingen van
jhr. G. A. Eetiiaan Macaré over de bij Domburg gevonden Romeinsche
FratischeBrittannische en Noordsche en andere muntengeplaatst in de
Nieuwe werken van het Zeeuwsch genootschapd. I, stuk 2, 1838, en in het
Archief, vroegere en latere mededeelingenvoornamelijk in betrekking tot
Zeelandaflev. 2, 1856. Zie verder den Catalogus der oud-en zeldzaamhedeyi
enz.in het kabinet van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappendoor
F. Nagtglas 1869, bl. 35, en den Catalogus der penningen en munten
in het kabinet van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, door AH.
G. Fokker, 1869, bl. 58— 69. Bijzonder belangrijk is ook de verzameling
stukken en officiële bescheidenrakende de geschiedenis en oudheden van
Domburgbeschreven in den Inve?itaris der ha?ulschriften van het Zeeuwsch
genootschap der wetenschajjpen door J. P. van Visvliet, 1861, bl. 5259.
Daarin komt onder audere voor een brief van J. W. Sciiorer, president van
Walcheren, Julij 1809, over het decreet van koning Lodewijk dd. 6 Juuij
1809 betrekkelijk de Nehaleunia, welk decreet welligt tengevolge van dit
protest buiten gevolg is gebleven. Zie het hierna aangehaald Verslag
van dr. Leemans bi, 8.
Archief IIIe. dlle. st. 17