22 kens voor zóó korten tijd verlengdewas hierin gelegen dat de regeering der Stad destijds, reeds sedert een paar jaren, aan het delibereeren was over de oprichting van eene eigen bank van leening. In 1618 werden de thesauriersbij resolutie van 10 Maart, gelast te onderzoeken, of men het Simpelkuis, vroeger gebruikt door de Maecht tapissier a), //tot een leeninghuis zou kunnen appropriëren." Den 15 September werden burgemeesters door den Eaad gelast te letten op de erectie van eene bank van leening; terwijl den 13 Juli 1620 de //commissarissen," mitsgaders Willem Brou- wer (oud-burgemeester en raad) en de thesauriers gemachtigd werden //de besogne te vorderen dienende tot oprichtinge van //de bank van leening" en gelast daarvan eerstdaags.rapport te doen. Daarbij kwamdat er zich concurrenten van de Elorano hadden opgedaandie voordeeliger aanbiedingen deden. Men leest dienaangaande in het Register ten rade van 3 December 1620: Gehoord het rapport van de burgemeesters en andere heeren in communicatie geweest zijnde met Alexander de Elorano en Jacques Lorra 2) over de bediening van de tafel van leening en presentatie door die twee personen respectievelijk gedaan zoo ten aanzien van de gemeente die //bij hen tot minder prijs als voor dezen zoude worden gerieft, als ook hetgeen bij hen tot profijt van de stad en den armen //zou worden betaald. Is goedgevonden, alvorens ten dezen eene finale resolutie te nemendat de commissarissenvoor dezen gebesogneerd hebbende op de erectie van eene bank van leening in deze stad naar de manier van Amsterdam andermaal zullen bijeenkomen en alles overwegen wat op het een en ander considerabel isen te dien einde te oversien 1) Verg. de monografie van mr. J. van de Graft De tapijtfabrieken der XVI' en XVII6 eeuw enz. bi. 108. 2) Destijds tafelhouder te Veerewaar de leenbank van wege den Prins van Oranje, als Marquis, beheerd werd. De Kanter en ab Utrecht Dresselhuis, bl. 170.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 26