23
en te resumeren de concept die voor dezen op het opstellen
van de bank gemaakt wasals ook het octrooi van den
tegenwoordigen tafelhouder te overzien en op alles rapport te
n doenmet dien verstande dat ingeval men goedvond de tafel
n van leening te laten bedienen op de presentatie bij Jaques
Lob.ua gedaan de tegenwoordige tafelhouder voor anderen zal
worden geprefereerd." Tien dagen later werd andermaal
gedelibereerd of men eene bank van leening binnen deze stad
zou erigeren of nieten goedgevonden dat men de finale
resolutie daaromtrent nog voor eenigen tijd zou aanhouden.
Intusschen werden de gecommitteerden gemachtigd met de
Ei.obano te onderhandelen over de conditiën van verlenging,
van Maarte, k. tot Maart 1622; op welker rapport dan ook
den 19 December, 1620 besloten werd als hierboven vermeld is.
Ofschoon men, tegen den tijd van de expiratie van dit
verlengings-contract met de Eloeano wederom, (11 Januari
1622) besogneerde over de oprichting van eene leenbank,
scheen men daarmede toen nog niet veel gevorderd te zijn.
Want de gecommitteerden werden gelast anderwerf met de
Ei.obano te spreken aangaande de bediening van de tafel
hetzij voor één, twee of meer jaren; als ook met eenige an
dere personen die zich tot die bediening zouden aanbieden of
willen laten gebruiken. Zulke andere personen ontbraken
dan ook nieter was met het tafelhouden te Middelburg nog
al wat te. verdienen als blijkt uit de aanbieding door Loeea
in 1622 gedaan om, bij de expiratie van het octrooi van
de Elokano voor de bediening van de tafel gedurende min
stens vier jarenaan de Stad jaarlijks f 1300 te betalenof wel
wanneer men met hem voor den tijd van 16 jaren wilde accor-
deerenalsdan de som van 1000 vl. in eens, boven de gezegde
jaarlijksche recognitie van f 1300 te voldoen; mits dat de
heeren van den magistraat hem in hunne bescherming zou
den nemen1). De Eaad sloeg echter dit aanbod af, opgrond
Zie, aangaande de beteekenis van deze laatste voorwaarde, mijne Gesc/i.
der loterijen in de Nederlandenbl. 192 en 193.