24
dat, als men voor zoo geruim en tijd van jaren met Loer a
overeenkwamde hoop van door de Stad eene bank van
leening te zien opgericht ten eenenmale zou worden afgesne
den 1). Men wilde liever met de Florano onderhandelen
en besloot, dat men zou beproeven of deze niet genegen zou
zijn de bank nog voor één jaar, en niet langer te houden.
Kon men dit niet gedaan krijgendan zou men trachten
met hem voor de twee eerstvolgende jaren overeen te komen
mits hij f 1000 's jaars betaaldeonder uitdrukkelijk te
ken non geven evenwel, dat de intentie van het collegie geens
zins was dat daarmede van de nieuwe erectie ten eenenmale
zou worden afgezienmaar dat integendeel verstaan werd
dat de commissarissen //op dezelve besogne zouden vigileren."
Het gevolg van de onderhandelingen met de Florano was
dat zijn octrooi, den 5 Februari 1622, wederom met één
jaar, zullende eindigen 1 Maart 1623, verlengd werd. In
Februari van dat jaar werden op nieuw besognes met de
Florano en Lorra. gevoerdmet het gevolg dat het contract
met eerstgenoemden voor 12 jaren verlengd werd, en wel,
voor 4 jaren vast, en voor de overige jaren ter keuze van
't collegie s). De mededinging van Lorra blijkt der stads
kas niet onvoordeelig geweest te zijnwant de Florano be
taalde nu, overeenkomstig zijne aanbiedingen, 900 vl. in
ééns voor het nieuwe contract, en voorts 200 jaarlijks 3).
Deze beide sommen getuigen van het winstgevende van de
tafelhouding te Middelburg destijds; de Flora ito die in 1594
en 1595 50 aan de stad betaalde, gaf nu viermalen zoo
veel, behalve de 900 voor het contract, niettegenstaande
Register ten rade29 Januari 1622.
2) Het contract met de Florano ter uitvoering van de resolutie van
27 Februari 1623, aangegaan is in originali te vinden in het Register civil
(waaromtrent men raadplege Smallegange's Kronijhbl. 460), berustende
ter griffie van de arrondissements-rechtbank, d. 2, f°. 295298. De hand-
teekening van Jacob Cats, als Pensionaris, komt er op voor.
3) De tafelhouder te 's Gravenhage betaalde in 1637 eene recognitie van
31000 boven de jaarlijksche pachtsom van ƒ600 jaarlijks. Veegens, bl. 67.