47
dat de Oude Steen in 's Heer-VYillems straat-van-Thorhout
stonden wel in dat gedeelte hetwelk later den naam kreeg
van het Kalkstraatje en tusschen de Korte-Wolle- en de Korte-
Sint-Jakobs-straat gelegen was.
(29). m. De Steen van den Watere. In //mijns
heeren huis van Bourgondië, den Steen van den Watere," in
Hendrik'-Bast-straatje gelegen, werden zij opgesloten, dieeenig
misdrijf gepleegd hadden in 't rechtsgebied van den Watere
hetwelk zich uitstrekte van het Spui te Damme tot aan de
laatste bakenton in het Zwin. Zij stonden te recht voor 's gra
ven baljuw van den Watere en schepenen van Mudede bezit
ters van het Waterrecht tot in 1565. Reeds op het eind der
16e eeuw wist men de plaats niet meer aan te wijzen waar
deze Steen van den Watere had gestaan.
(30). n. Het Tolhuis. Te Sluis was een der voornaam
ste tolkantoren van de Ylaamsche graven gevestigd. Reeds in 1252
werd door gravin Margareta en haar zoon Gui van Dam-
pierre, die na haar den gravenzetel besteeg, bepaald, dat alle
schepen welke uit het eiland Majorca uit Genua Spanje en
Portugal kwamen, zoowel als die uit Oostland (uit de steden
HamburgLubekBremenRostokGreifswaldeElbingKam
pen, Deventer, Zutfen enz.), te Sluis tol zouden betalen. Men
zie dit in bijzonderheden in de Bijdragen enz., V, bl. 49 en v. v.
(31). o. Het Yleeschhuis Eigenlijk het Oude en het
Nieuwe Yleeschhuis. Ze hadden gemeenschap met elkander en
bestonden reeds in 1379. Ze lagen aan de noordzijde van de
Smeedsstraat, tegenover de Sint-Juliaansplaatsop den hoek van
den Yliet. Nog op het eind der 16® eeuw vond men ze daarin
1581 werd het bordes vóór het Yleeschhuis nog met schaliën of
leien gedekt, Yolgens de rekening van het oude grafelijk domein
van 1580 op '81 lag aan de noordzijde van de Smeestraat een
erf van 24 roeden ten oosten grenzende aan de Yleeschhal
der stad en met eene groote poort in genoemde straat uitko
mende hetwelk de tuin van het Yleeschhuis placht te zijn.
In de nabijheid van het Yleeschhuis vond men de Vleeschhou-