59
Onze-Yrouwekerkzij noemt ons in den priester Jan van
Lapschuke, die op het huis, door van Cotthem bewoond,
een rente vestigde ten voordeele van den Heiligegeest in de
Onze-Yrouwekerkhoogstwaarschijnlijk den zoon van Yrouwe
Mahia, de weduwe van Jan van Lapschuhe, wier jaargetijde
we eveneens ontdekken mochten en die haar naam gaf aan het
genoemde straatje. //Yer-Manënstraatje van Jjapschure" betee-
kent niets anders dan want Y e r is hetzelfde als Yrouwe
en Marien is de 2" naamval van Marie of Maria
het straatje van Yrouwe Maria van Jjapschure.
(55). 23. De K apellestraa t. Zij droeg haar naam
ongetwijfeld naar de kapel van het Mariagasthuis.
(56). 24. De Meer minnestraat. Zij is een deel van
den Zuiddijk. Eerst in de tweede helft der 15e eeuw kreeg zij
den naam van Mareminne-, Meerminnestraatnaar //liet Cabaret
ter Mareminne," d. i. eene herberg, waar de Meermin uithing.
(57). 25. De Onze - Y rou wes traat. Zij liep oor
spronkelijk van den Zuiddijk tot op de Hoogstraat. Yan dat
gedeelte, hetwelk tusschen den Zuiddijk en het Windgat of de
lMsteistraat lag, ging de oostzijde verloren, toen in de eerste
helft der 15e eeuw de Groote Markt werd gevormd. Wat nu
de westzijde is van de Groote Markt werd vroeger de westzijde
van de Onze-Yrouwestraat geheeten. Dat deel der Onze-
Vrouwestraathetwelk lag tusschen het Windgat en de Hoog
straat, kreeg in het tweede vierendeel der 15e eeuw den naam
van de Kuipersstraat. De naam Onze-Yrouwe bleef alleen be
waard in den Onze Vrouwesteeger en de Onze-Yrouwepoort.
De Kuipersstraat zij was voornamelijk door kuipers be
woond kreeg haren tegenwoordigen naam, Yrijstraat, eigen
lijk Yrijestraat, in de I7e eeuw, naar het Landshuis van 't Col
lege van den Yrije, dat hier stond, ter plaatse, waar weleer de
huizinge van 't aanzienlijk geslacht de Baenst werd gevonden.
(58). 28. Het Windgat, de Heer-Boudewijns-
straat, de Pasteistraat. De Pasteidestraat, Pasteistraat,
wordt nu in de wandeling het Nauwstraatje geheeten. De in-