68 aan de oostzijde dezer straat het Observantenklooster werd gesticht, moest de oude naam plaats maken voor dien van Kloosterstraat, ook wel Groote-Kloosterstraat geheeten ter onder scheiding van de Hugo f. Jansstraat of Kleine-Kloosterstraat. (68). 4)3. De Pannekoeksstraat. Zij liep van de Sint-Jakobsstraat tot aan de Sint-Pietersstraat. Seeds in 1329 wordt ze genoemd. Tot aan de Sint-Jansstraat heet ze nu het Schalje-, d. i. Schaliestraatje, ongetwijfeld wijl hier vroe ger een schaliekot of dekleienhok der Sint-Janskerk gevon den werd. In het deel, dat van de Sint-Jans- naar de Sint- Pietersstraat looptvindt men nu aan de noordzijde in vroeger eeuw ook de noordzijde van 't Sint-Janskerkhof ge heeten de zoogenaamde Eentjes, d. i. rent- of huurhuis jes toebehoorende aan de diaconie der Hervormde kerk. Naar deze Eentjes vind ik de straat op het eind der vorige eeuw een paar maal Eentjesstraat geheeten. Het Middelnederlandsche rente (huurhuiswoning die verhuurd werd) is nu geheel verouderd. (69). 4)4. De Eibaudsstraat. Zij liep van de Sint- Jakobsstraat tot aan de Sint-Pietersstraat. Yan de Sint-Jan s- straat tot aan de Sint-Pietersstraat kreeg zij al vroeg den naam van Cricstraat naar zekeren Pieter Cric, die er woonde. Ne vens Eibaudsstraat vindt men ook Eabauwenstraat Eibauden rabauden rabauwen of ribauwen waren bedelaars van de ergste soort. Geeseling en verbanning waren hun gewone loon. Zoo lezen we meermalen van deze broodbidders dat ze zich ver meten hadden ledig en rabaut te gaanledig en rabaut achter lande [door het land] te loopen fricandeerende en be- litreerende.1 Yan eenen dief, die zich in de Onze-Vrouwe- 1 Trawantenêtre vagabondfaire le bélitre. Truanderden luiaard of lanterfant spelen; bedelen, schooien. Bélitrer bedelen rabauwen. Truanddeugniet; lui meusch of lanterfant, luiaard, landlooper, schooier. Bélitreschudde, bedelaar, rabaud. Rabautboeve vaunéantbélitre coquin maraud.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 314