80
Lambertusvliet. Wellicht was cle aloude watergang van Aar-
denburger ambacht bewester Ee deze Vliet en had hij zijn
naam te danken aan Lambert, laatsten lieer van Rodanburg,
nu Aardenburg, die in 1128 het leven verloor, nadat hij zijn
geheele geslacht had zien ten onder gaan als schuldig aan den
moord, den 2en Maart 1126 in de hoofdkerk te Brugge ge
pleegd op Vlaanderens graaf Karet, den Goeden.
Den naam Sluis draagt de stad hoogstwaarschijnlijk naar de
Sluis onder de Visehmarkt, waardoor sedert eeuwen Aarden
burger ambacht bewester Ee zijn water in het Zwin loosde.
De Nieuwe Mude, aan den linker oever van het Zwin
tegenover Sluis gelegen werd zoo geheeten in tegenstelling
met het Oude Mudehet tegenwoordige Sint-Anna-ter-Muiden
dat reeds in 1241 stadsrechten kreeg, 49 jaren vóór Lambin-
vliet. Mude (verbasterd tot mui den) beteekent mond.
't Gehucht Bruungheers de naam beteekent waar
schijnlijk Bruno'sweide (vg. Een blik enz., bl. 31) lag
aan den rechter oever van het Zwin. De dijkdie van de
Westpoort naar dit gehucht en zoo naar Damme liep heette
de Bruungheersche dijk. Het Lapschuursche Gat bestond in het
midden der 15e eeuw nog niet. 11 an eken s w er ve was eën
dorpje, eene halve mijl van Sluis gelegen. Slepen damme,
Ter Cruce en de Coolstrate waren bloeiende gehuchten.
11 ei lie was een aanzienlijk dorp. Al deze plaatsen zijn op het
einde der 16e eeuw in den worstelstrijd met Spanje te niet gegaan.
DRUK
Bl. 42, midden, staat: Jan
Jan Leenknecht van Aaltre,
der stad Sluis, bl. 114, 115.
E O U T
Leen knecht van Aaltrelees
en verg Een blik op de vorming