DE BEVOLKING VAN MIDDELBURG
Mr. G. A. EO K IC E R.
IETS
OVER
vóór 1795.
DOOR
Wanneer, gelijk ik vermeen de bevolking van steden en
plaatsen een der elementen is ter beoordeeling van de be
trekkelijke welvaarten dat de toe- of afneming in zekere stad
gewoonlijk gelijken tred houdt met het ruimer of kariger vloeien
van de bronnen van bestaan d. i. met de welvaart der bur
gerij dan is liet even vreemd als opmerkelijkdat men
bij de kroniek- en geschiedschrijvers van vroegeren tijd daar
omtrent zoo weinig of laat ik liever zeggen niets vindt
opgeteekend. Noch bij Eyndius noch bij van Reijgersber-
gen noch bij Boxhorn noch bij Smai.legange vindt men
van de bevolking van Zeeland eenig gewag gemaakt.
De reden hiervan zal wel deze zijn dat toen deze schrijvers
leefden de statistiek een nog onbekend hulpmiddel der sociale
wetenschap was en men ook niets afwist van algemeene volks
tellingen zoodat men zich tot 1795 toen de eerste van
dien aard geschiedde met gissingen heeft moeten behelpen
omtrent de bevolking van stad of land.