28 te Rotterdam en te Vianen op de bank van leening aldaar gemaakt zouden moeten raadplegenmet specialen last om te onderzoeken of die van Rotterdam daartoe eenig octrooi ver kregen hadden. In Holland schijnt dit een vereischte geweest te zijn; misschien op grond van de, bij ZurckCod. hat., bl. 669 aangehaalde resolutien van 14 Februari en 7 No vember 1575, en ondanks de latere resolutie van November 1578 bij welke die zorg aan de steden was overgelaten. Althans toen Rotterdam in 1635 de leenbank onder eigen beheer namvroeg en verkreeg het daarop de toestemming van de Staten van Holland, die daarop, «uit volkomen macht //en souvereiniteitbeschikten J). Het is mij niet gebleken dat in Zeeland dergelijke goedkeuring ooit gevraagd of verkregen is. Alzoo was j in beginseltot de oprichting van eene stedelijke leenbank beslotenmaar het duurde nog eenigen tijd alvo rens men een geschikt lokaal gevonden had. Het voorstel in de raadszitting van den 8 Mei gedaanom het huis in de Gravenstraatgenaamd Koning Salomo 2) 'i welk des avonds van dien dag publiek zou worden verkochtvoor de op te richten bank aan te koopenwerd afgeslagenvermits dat huis zonder groote verandering en reparatie niet geschikt werd geoordeeld. Daarentegen werd besloten dat men het Kngel- sche huisin gebruik bij de West-Indische compagnie, zou laten inrichten. Men zou den Bewindhebbers van deze com pagnie laten aanzeggendat zij eene andere gelegenheid te zoeken hadden en in ieder geval tegen Allerheiligen e. k, (1 November) het huis zouden moeten ontruimen. Intusschen zou met de weduwe de Flojiano worden onderhandeld over het gebruik van haar huis //wesende de lombaard," bij pro visie van stadswegetot dat het Engelsche huis tot eene leenbank zou zijn ingericht. 1) Grootplac. boekd. VIII bl. 443. De Hotterdamsche ordonnantie was geheel gelijk aan die van Amsterdam. 2) Het huis thans gemerkt I n°. 190 door wijlen mr. S. de "Wind in 1824 aangekocht en tot op zijn overlijden bewoond.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 32