88
is, dat liet aantal geboorten in het algemeen grooter is in de
volkrijke plaatsen dan in de kleinere en op het platte land
tengevolge waarvan het cijfer der geboorten in de eersten grooter
is dan in de laatsten en daarom het vermenigvuldigingscijfer
voor eene geheele provincie grooter mag en moet worden ge
nomen dan voor eene volkrijke stad eindelijkdat het ge
boortecijfer in Zeeland, in verhouding tot de bevolking, blij
kens de rijks-statistiek over 18401864, grooter is, dan in
eenige andere provincie van het rijkzoodat het vermenigvul
digingscijfer om die reden voor Zeeland, en vooral voor Mid
delburg kleiner moet zijn dan voor de provincie of voor het rijk.
Intusschen meene men nietdat de zoogenaamd gunstige
verhouding van de geboorten tot de bevolking iets bewijst ten
voordeele van de plaats of stadwaarin die gunstige verhou
ding wordt aangetroffenwant het geboortecijfer wordt op
merkwaardige wijs beheerscht dooren houdt verband met dat
van de sterfte in dezen zindat hoe meer sterftenvooral van
kinderen beneden zekeren leeftijddes te meer geboorten in
verhouding tot de bevolking't geen de statistici doet zeggen
dat voor ieder kind dat sterft een ander moet geboren worden.
Blijkens de rijks-statistiek over 184064 werden gemiddeld
in Zeelaud 1 op 24,3 zielen der bevolking geboren zijnde liet
gunstigst cijfer van alle de provinciën, terwijl het cijfer voor
het geheele rijk was 1 op 28,45. Maar daar tegenover staat,
dat Zeeland ook het ongunstigst sterftecijfer op een na aan
wijst nl. dat van 1 op 30,84 terwijl het in Gelderland
was 1 op 42,95 en in het geheele rijk 1 op 36,77. Alzoo
stierven in het rijk gemiddeld per jaar27 in Zuid-Hol
land en in Zeeland 32, van de 1000. Ook in Middelburg
stierven in het öOjarig tijdvak 1823-72 gemiddeld 32 men-
schen op iedere 1000 zielen der bevolking.
In welke mate het cijfer der geboorten beheerscht wordt
door dat der sterfte, blijkt op treilende wijs uit den zooeven
In Zuid-Holland was het 1 op 30,78.