98 18 jaren, dus op 17 na, wederom het gemiddelde van die beide decennia't welk 29,350 bedroeg. Wij mogen dus, opgrond van een en ander, aannemen, dat de bevolking van Middelburg in 't midden van de 17c eeuw 30,000 bedragen heeft en te vens dat dit cijfer het hoogste cijfer van bevolking zal geweest zijn die onze stad ooit gekend heeft. Hoe stond het hiermede in de 18e eeuw? Ik moet bekennen, dat daaromtrent bij mij veel meer onzekerheid bestaat. En wel omdatgelijk ik reeds hier boven opmerkte de cijfers van ge boorten tusschen 170094 door burgemeester en wethouders in 1827 aan de statistieke commissie verschaft, hoogstwaarschijn lijk zeer slordig zijn verzameldvermits zij op ééne enkele uitzondering nageen van allen overeenstemmen met de van elders bekendenzoodat de daarop gegronde berekeningen voor de jaren 171029 en 175564 zelfs niet te gebruiken zijn. Toch geven de overigen eenig lichtin zoover zij schijnen te bewijzen, vooreerst: dat de schrijver van den Tegenwoordige staat van Zeeland denkelijk niet zeer ver van de waarheid was toen hij in 1751 de bevolking van Middelburg op 250Ö0 begrootte; ten anderedat het door mij aangenomen vermenigvuldigings- cijfer 27 gerechtvaardigd schijnt door de uitkomst van mijne berekening van het gemiddelde der vermoedelijke bevolking in de jaren 177594, waarvoor ik 22000 verkreeg. Wel is waar gaf de algemeene volkstelling van 1795 voor Middelburg slechts 20146 zielen aan, dus ongeveer 2000 minder. Maar dit ver schil is denkelijk op rekening te stellen van de waarschijnlijk niet zeer groote nauwkeurigheid waarmede die telling verricht zal zijn. Zij werd gedaan op last van de commissie tot het ont werpen van een plan van constitutie voor het volk van Nederland en weldoor daartoe aangestelde plaatselijke commissiondie bij gebrek aan ervaring en niet door de sedert verkregen we tenschap voorgelichtzeer waarschijnlijk bij dit werk niet zoo zorgvuldig zullen zijn te werk gegaan als dit tegenwoordig ge schiedt. De jaren 177594 wijzen nog eene gemiddelde be volking van 22000 aan, en vermits het groot verloop der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 344