06 staan de binnenzijden der knokkels verder vaneen dan bij de fossile, bij wie zij somtijds slechts eene sleuf vormen; in ons been, waarvan ik om dit te doen zien de achterzijde heb doen afbeeldenis de insnijding tusschen de condyli wel niet zoo naauw dat zij den naam zou verdienen van n sleuf" doch zij komt toch veel meer overeen met de Mammouths incisuur dan met die der heden- daagsche. Dat kenmerk met het bovenvermelde, de dimensies, de- ligplaats en vooral ook de aan wezigheid van den digt bij de been deren gevonden runderhoorn, stel len het buiten twijfeldat het op- gevischte beenevenals de vol gende is van een Elephas primi- genius. Het been is gaaf met uitzon dering van eenige verwoesting aan den grooten draaijer en behalve datzooals in vele fossilenhet hoofd ontbreekt, dat, evenals bij de olifantenen nog meer bij den Mammouth op een zeer korten hals zat. De scheidingslijn tusschen hoofd en ligchaam vormt eene kom vormige holte. Dat hoofd is of in den grond of bij het ruwe verplaatsen afgebrokenomdat het dier nog jong was. Dit laatste blijkt niet alleen uit het losgaan van dat bovenstuk maar daaren boven hieruit, dat het onderstuk, ofschoon met het ligchaam vergroeid en er dus vast aanzittende, toch nog eene rondloo- pende sleuf vertoont, die duidelijk bewijst, dat voor dit onder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 352