107 stuk de ossificatie nog niet geheel was afgeloopen toen liet dier stierf. Te oordeelen naar hetgeen men schrijft van de beenwor ding bij de hedendaagsche olifantenzou de onze omstreeks 25 jaar oud moeten geweest zijn. Het gewigt van dit been was op 1 Augustus 1874, derhalve toen het reeds goed gedroogd was, 31.5 kilo. De afmetingen geven de volgende cijfers Lengtede regte lijnvan de plaats waar het hoofd is afge broken, tot den benedenrand van den binnenknokkel 1.25 m. Lengte: volgens de kromming van het been1.27 Omtrek van het vertikaal op de as loopende vlak ter hoogte van den bovenrand van den grooten draaijer0.76 Omtrek van den hals daar waar het hoofd is afgebroken 0.56 Omtrek van de scheidingslijn tusschen ligcliaam en onderste epiphyse0.79 n Omtrek van het midden van het ligchaam0.41 n Afstandgrootste regte afstand van de buitenranden der onderste kraakbeenvlakten0.23 Afstand: kortste tusschen de achterranden der fossa intercondyloidea0.007 Het groote voedingsgat lag aan de buiten voorzij de en was 0.006 breed en 0.015 m. lang; de lengte genomen daar waar dat ovale, schuinsloopend gat in de beenoppervlakte overgaat. De lineaire afstand van het centrum dezer opening tot den bovenrand van den hals was 0.47 en tot aan de scheidingslijn der onder - epiphyse 0.60 m. Dit voedingsgat was niet met zeeklei gevuld maar met geel- geldeurde stof; het is mij mikroskopisch niet gelukt er eenige grondsoort in terug te vinden. Ik vleide mij er overblijfsels in te kunnen opsporen van de aardsoort, waarin het been ver bleven was vóór het door zeewater werd overdekt. Het kolossale been met zijnen van boven naar onderen cylin- drieken vorm maakt op u den indruk alsof het voor niets ge diend heeft dan om het monsterdier te dragen en de extremiteit

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 353