109 SCHEENBEEN. Afbeelding T\j der natuurlijke grootte. De zware tibia komt in gedaante veel met die van den mensch overeenbehalve dat zij van boven naar onderen iets meer ge lijkmatig dik is; zij gelijkt volkomen op de afbeeldingen van Mammouths tibias. Het been is, evenals het dijbeen, van den linkerkantbeide beenderen passen volkomen op elkanderzoodat het wel waarschijnlijk is, dat beide aan hetzelfde individu hebben behoord Er was aan dit been niets te zien dat een betrekkelijk jeug digen leeftijd aanduidde; de kenmerken zijn trouwens aan scheenbeenderen spoedi ger verdwenen dan aan femora; bovendien weet ik niet of bij den Mammouth aan de tibia niet reeds alle sporen van jeugd ver dwenen warenwanneer zich de laatste sporen daarvan nog aan het dijbeen vertoonden. Het been, in Mei 1874 opgevischt, was, toen ik het ontving, gedroogd en grootendeels met bryozoen-korsten be dekt Het gewigt was 19.5 kilo. De afmetingen zijn Lengte van voren regt naar beneden0.80 m. Omtrek: grootste omvang van boven0.76 n Omtrek in het midden of het dunste deel0.35 Omtrek van onderen0.62 n

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 355