31 over later De eerstbenoemden daartoe reeds in Augustus aangewezenwaren de schepen Hendrik Thibaut en het raadslid Johan van der Stringe. Zij waren reken- plichtig jegens den Raad, en legden een eed af, alvorens in functie te tredenzij werden verondersteld zeiven de boeken te houden x) en hielden de kas; te zamen onder teekenden zij cle schuldbekentenissenwelke de bank wegens a deposito ingebrachte gelden uitgafwas één hunner afwezig dan was voor den aanwezige eene bijzondere machtiging van den Raad noodig om zulke schuldbekentenis alléén te onder teekenen. Hunne officie behoorde tot de zoogenaamde sub- alterne ambten 2)ofschoon zij geen recognitie te betalen haddenals anderen die met zulke ambten begiftigd werden. Aanvankelijk wilde men de Commissarissen telken jare door twee anderen doen vervangen maar den 19 Januari 1638 besloot men ieder jaar één hunner te doen aftreden en één te laten aanblijven om continuatie van besognes en kennis //van zaken te hebben." Maar ook daarvan week men spoe dig af, door de Commissarissen te continueerenals blijkt uit de oudste der voorhanden rekeningen, die van 1646, tot welker opneming drie leden van den RaadCornelis Claasz. Ei.esdijk regerend burgemeestermr. Hendrik Thibaut, oud-burgemeester en schepen, en mr. Apolonius Veth, oud-burgemeester en raad, gecommitteerd waren, en die de effecten van de bank in handen van de rendanten -ieten alsoo die noch voor een jaar als commissarissen zijn gecontinueert." Cornelis Arendse "Westdorp, van 16371658 raad, schepen en burgemeester, werd in 1643 tot Commissaris benoemd, en bleef het onafgebroken tot zijn dood (24 Juni 1659). Pieter Pedecoeur en mr. Cornelis Yersluijs komen, van 16831700, telken jare als Commissarissen voor. Journaal 30 Januari 1637 en Augustus 1639. 2) Reg. ten rade 4 Aug. 1668.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 35