114 versus bij het begin van den zoogenaainden achtersten boog is eene ruwe vlakte, die, evenals eene andere, aan de caudaal- zijde van den achtersten boogde representant is van gewrichtsuitsteek sels. De eerste zien min of meer naar el kander toe, de laatste geheel naar buiten. Van processus mammillares en accessorii is niets met zekerheid aan te geven. Het doorn vorm ig uit steeksel is waarschijnlijk eenigzins afgebroken. Er schijnt eenige asym metrie te bestaan. De afmetingen zijn Het ligchaam. Dwarse diameter34 c. m. Sterno-spinale27 n Capito-caudale of hoogte12,5 Foramen spinale. Dwarse diameter23 Sterno-spinale12 n Omtrek van het dunste deel van den voorsten boog26,5 n Idem van den achtersten boog22,5 n Vermoedelijke afstand van de lateraal vlakten van de dwarse uitsteeksels30 Die afmetingen zijn dunkt mij te groot voor een wervel van Elephas primigenius. K I E S. Afbeelding en ongeveer der natuurlijke grootte. De kies is blijkens haar groottevan een jong dier. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 360