124 dagelijksch leven heeten zij auerossen uridit is volgens de schrijvers verkeerd, ook volgens den hoogleeraar Schi.epel, die eene beschrijving en afbeelding van het dier heeft gegeven in het jaarboekje van Natura artis magistra1863. Men schijnt in Europa toen de eigenlijke uren of urussendoor de jagt of door andere redenen begonnen te verdwijnenden naam van urussen of auerossen gegeven te hebben aan de grootevoor temming minder vatbarein het wild levende bisons. x) De primitieve ur of urus of auer, 2) die nog leefde in de tijden van Julius Caesar en of door de jagt is uitgeroeid of door cultuurdoor epizoötien en andere oorzaken zijne plaats heeft moeten inruimen voor zijne eigene, kleiner gewordene na zaten had waarschijnlijk tot stamvader den overouden primi- genius waartoe misschien onze hoorn behoord heeft. Yan dien primigenius stammen de Europesche runderen af, doch reeds in zeer oude tijden waren er vele soorten. Een der laatste onderzoekers Rütemeyer te Bazel meent dat er in den tijd der paalwoningen, behalve de wilde priscus en primigeniusreeds onderscheidene tamme rassen bestonden het trochoceras-ras dat in de oudste paalwoningen voorkomt het frontosus-ras van Nillson dat voortleeft in het heden- daagsche //Fleehvieh" van Zwitserland.het brachyceras-ras of Braunviehvan datzelfde land en eindelijk het primige- nius-rasdat in Zwitserland weinige nakomelingen heeftmaar voortleeft in Hongarijen 3)Friesland en Holland. 4) Onze uitgestorven runderen, te zamen met den Mammouth 1) De naam van bison schijnt in verband te staan met eene hun eigen- dommelijke muscus-luchtbis am muscus. Indien evenwel de Germanen den bison eerder gekend hebben dan den muscusdan moeten zij den muscus bisam genoemd hebben naar den bison en niet den bison naar den muscus. 2) Urauer, taurQovc;bos, os, buil, koe, zijn namen in overoude tij den ontleend aan het geloei der runderen. 3) Het is bekend dat men in Hongarijen en in Weenen nog gewone tamme runderen vindt met wel niet dikke, maar zeer lange hoornen.. 4) Archiv. für Anthroyologie Brauusw. 1862.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 370