IV
tenschapde beschaving van zijn geest en de welwil
lendheid van zijn gemoed. Wie herinnert zich niet het
talent waarmede hij kennis gaf van de ten geschenke
aangeboden boeken of geschriftenhoe hij met een enkel
woord op het kenmerkende of belangrijke wees en
hoewel dan soms een fijne glimlach om zijne lippen
speeldealtijd het goede of behartigenswaardige in het
oog deed vallen?
Lantsheer van der jengd af, „facile princeps"
onder zijne tijdgenooten was ook in die vergaderingen
het middelpunt, 't welk ieders oog tot zich trok en
waarvan ieder den invloed gevoelde.
En wie hem in kleiner kring ontmoette Ik spreek
niet van hetgeen hij was in den vriendschappelijken
omgang, maar in de maandelijksche vergaderingen van
het bestuurDan was het zijn geestzijn kenniszijn
goedhartigheid die alles belangrijk maakte. Vol van
ijver voor het genootschap, wijdde hij aan de geringste
bijzonderheid zijn aandacht en zijn tijdterwijl hij toch
steeds gelegenheid vond tot vriendschappelijk gesprek,
hetwelk met en door hem altijd beteekeuis verkreeg.