VII
te 's Gravenhage is geweest. Ons staat hij voor den
geest als de voorzitter van ons Genootschapen indien
prof. Vreede den naam van Lantsheer verbonden
wenscht aan dien van„van de Spiegel zoo mag het
Zeeuwsch genootschap zich beroemen op hetgeen het
gedaan heeft om de namen van die beide voortreffelijke
Zeeuwen voor altijd bij elkander te brengen.
Met het portret van Lantsheer voor ons, ontvangen
wij nog eens den indruk, dien zijne persoonlijkheid
maakte. Ons Genootschap is veel aan hem verplicht;
trouw wil het zijn naam bewaren, want deugdelijker
waarborg voor zijn toekomst heeft het nietdan wanneer
het blijft en zich ontwikkelt in den geest van zijnen
edelen voorzitter mr. M. F. Lantsheer
p.