.34
stondis te zien uit de drie eerste artikelen van de Ordon
nantie Kleine panden waren die beneden f 100 mid
delbaredie van f 100 tot 500 waardegroote die wel
ker waarde f 500 te boven ging. Het was eene onderschei
ding welke men aannam in navolging van de Amsterdamsche
ordonnantie van 1614, bij welke zij voor het eerst gemaakt
wasen welke ten gevolge had dat de intrestwelke te vo
ren 32J pCt. 's jaars voor alle panden bedroeg, voortaan
slechts 16ï voor de kleine9| pCt. voor de middelbare
en 8 pCt. 's jaars voor de groote panden zou zijn. In Mid
delburggelijk in Rotterdam, in Hoorn en in "Vlissingen
nam men dezen rentevoet uit de Amsterdamsche verordening
geheel over.
Alvorens den aard en de verrichtingen van de Leenbank te
bespreken, vermeld ik hier nog: vooreerstdat de opper-boek-
houder de kassier en de boekhouder persoonlijken of gelde-
lijken borgtocht moesten stellen, welke van 250 tot 2000
beliep 2). Laurus de Hondt o. a. moest 1000 borgtocht
stellen 't geen hij in geld gedaan heeft en waarvoor hij op
het hoofd van 'penningen a deposito in rekening gecrediteerd
werd. Ten andere dat sommigen der beambten in het huis
van leening woonden, o. a. de losser, (denkelijk ook den be-
leener en de bewaarders van de panden) en de concierge
zij waren vrijgesteld van de nachtwachtmaar moesten de
jaarlijksche parade bijwonen en zich, als de andere burgers,
van wapenen voorzien 3). Aan den boekhouder en den kas
sier zoowel, als aan den beleener en de overige dienaren, werd,
bij resolutie van 25 Juni 1650, verboden handel te drijven
in goud en zilver. Eindelijkdat de Commissarissen niet
//om Godswil" behoefden werkzaam te zijn, 't geen trouwens
ook niet wel te vergen zou geweest zijn. Zij hadden aanvan-
Veegens bl. 89.
2) Journ. Maart 1638. Heg. ten rade 12 October 1650 23 en 28
December 1652.
3) Heg. ten rade 24 Juli 1651.