7 en zeekorsten bedekt. Men vond hem niet vóór Westkapelle maar vóór Breskens, in eene gleuf der Schelde; op die vindings plaats kom ik later terug. Het was mij al aanstonds duidelijk, dat ik niet te doen had met het gewei van een inheemsch dier uit de hertenfamielje. In Zeeland moge men al vroeger gewone herten, Cervus elaphus, en in latere tijden op buitenverblijven hebben gevonden, thans vindt men ze niet meerde weinige, die men hier en daar nog ontmoet, zijn Damherten: Cervus dama 1). Maar de hoorn behoort noch tot de eerste noch tot de laatste; het edelhert heeft een gewei dat van onder tot boven een cirkelronden stam heeft met spitsen of takken en het gewei van het damhert loopt in een enkele schuifel of lepel uit, dien men slechts met onzen hoorn te vergelijken heeftom duidelijk het verschil te zien. Bovendien behoort de hoornzooals wij zien zullentot een lang verleden geologisch tijdperk, terwijl de damherten eerst in latere tijden in deze gewesten gekomen zijn. Wanneer een hoorn van ongewonen vorm uit diepe aard lagen te voorschijn komtdan komen al aanstonds voor den geest de aloude rendieren en liet reuzenhert uit de vóórwereld. Rendieren (Cervus tarandus) hebben zich volgens de uitspraak der tegenwoordige wetenschap, in aloude tijden over een groot deel van Europa uitgebreid, zelfs tot aan de Pyrenëen. Hun ver schijnen was zoo kenschetsenddat men zich gerechtigd rekende om een groot //rendieren tijdvak" in de Paleontologie aan te nemendat gevolgd zou zijn op dat van den mammouthin dier voege evenweldat beide dieren vele eeuwen lang te zamen geleefd hebben. Die rendieren kunnen dus, even goed als de olifantenin den omtrek van Zeeland hebben geleefden ik vind inderdaad vermeld 3)dat men in 1829 een rendierhoorn, gevonden heeft in den Middel waard in de Waal bij Heereu- In Walcheren vindt men thans nog deze dieren op de villa Overdui?i. De bewoners van het hertenkamp op het lusthof StJan ten Heere bij West kapelle zijn in 1876 naar Holland vertrokken. Staking, Be bodem van NederlandII, bl. 124.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 391