17 Zoekt men nu op dezelfde kaart naar de vermoedelijke plaats waar men de vroeger door mij beschreven Mammouthsbeen- deren heeft gevonden vóór het Walchersche zeedorp Zoute- lande namelijk, nabij het meerbekende Westkapelle op korten afstand van het strand, tusschen twee daar op zand banken geplaatste boeijen of zeebakens dan vindt men ook daar aangeteekendop sommige plaatsen, eene diepte van 23 m. bij laag water. De weinige gegevens alzoo, die wij bezit ten komen op merkwaardige wijze met elkander overeen zij wijzen beide op diepe plaatsen van de zeedie Walcheren omspoeltop den diluvialen zeebodemop dien geologischen bodemdien ik in mijn vorig opstel waagde het Mammoutlienveld te noemen en die overeenkomst wettigt dan ook tot het besluit dat de fossielen van gelijken geologischen ouderdom zijnmet audere woorden dat onze elandshoorn afstamt uit den tijdtoen de Mammouthen leefden en de vóórhistorische runderen, dus vóór vele duizende jaren. Nog niet volwassen waren de olifants beenderen, jeugdig is ook de hoorn, maar vooralsnog is het niet te beslissen evenmin als voor de meeste grottenof de jeugdige Mammouthen en de aloude runderen en de eland geleefd hebben onmiddelijk nabij de plaats, waar men thans hunne beenderen opgraaft dan of zij in praehistorische tijden door toen malige overstroomingen naar die later weder bedekt geworden plaatsen zijn henengevoerd. Het zal niet noodig zijn er opmerkzaam op te makendat indien onze visschers tegelijk met die beenderen gedeelten van een menschengeraamte hadden opgevischtdit niet voor gelijken ouderdom van die menschenbeenderen pleiten zou. Immers daargelaten dat zij van moderne drenkelingen zouden kunnen zijn, moet ik er op wijzen dat het buiten de duinen gelegene strand van Walcheren vroeger bewoond is geweest en dat er op dat strand nabij Domburg eene begraafplaats ligtzoodat het niet zeldzaam is daar menschenbeenderen of beenderen van die ren te vinden die eenmaal hun tot voedsel en tot gemak ver strekten. Archief lil". d., 3e. st. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 401