dat de Duitschers //schellen" noemen. Ik vermoed, dat dit geluid hetwelk op de primitieve menschen den indruk van el-el moet gemaakt hebbenook de reden geweest is waarom zij het dier elch of elen geheeten hebbenen is dit zoodan is tevens uit dat schellen" een andere naam van den eland verklaard de naam van schelk" en schelchdie volgens eene oor konde van de tiende eeuw synoniem was met den anderen naam en dien men dan trouwens ook terugvindt in het Nibe- lungen lied. Pi.inius vermeldt ook nog den naam van //Achlis," dien sommige editiën eenigzins anders schrijvenwat daar de oor sprong van zij, weet ik niet; waarschijnlijk evenwel is hetdat Pr.iNius de üuitsche namen niet duidelijk zal hebben kunnen overschrijven en dat het dus slechts eene variante is van Elch. 22 b Blasius, 1. c.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 406