24
dat vau een drietal jaren in het midden der vorige eeuw
zoodat men daaruit de bouwstoffen voor eene nagenoeg volle
dige geschiedenis sedert het begin der vorige eeuw zou kun
nen putten. De geschiedkundige bijzonderheden dien polder
betreffende, die aan dat tijdvak vooruitgaan, kunnen dus alleen
in andere verspreide bronnen gevonden worden.
De naauwe betrekking, die ik op dat waterschap sedert vele
jaren reeds heb, en het groote belang, dat ik ook daarom er
in steldeom van zijn oude geschiedenis iets meer te weten
drongen mij om de bronnendie daarvoor ter mijner be
schikking waren, te onderzoeken en in chronologische orde
aanteekening te houden van 't geen mij voorkwam belangrijk
te zijn. Ik deed dit niet met het voornemen, om daaraan
meerdere bekendheid te geven. Wanneer ik evenwel nu en
dan aan anderen eenige treffende bijzonderheden mededeelde,
werd ik meermalen aangezocht die aanteekeningen te doen drukken.
Lang aarzelde ik om aan dien aandrang gevolg te geven
dewijl historische studie nimmer op mijn weg lag, mijne aan
teekeningen zeker zeer onvolledig zijn, terwijl er vermoedelijk
nog veel meer bronnen bestaan, mij onbekend of niet ter
mijner beschikking, die ik had kunnen onderzoeken, indien
ik daarvoor èn tijd èn gelegenheid had bezetenmaar niet het
minst, omdat de gevolgtrekkingendie ik meende aan 't geen
ter mijner kennis kwam te mogen ontleenennaar het oor
deel van meer bevoegden hier en daar welligt zeer onjuist zijn.
Aan de andere zijde wilde ik velendie zoo gaarne van de
oude geschiedenis van dien belangrijken polder, die hun zóó
11a ter harte gaatiets meer wilden wetenniet geheel teleur
stellen. Ik meende ook, dat het voor hen eenige waarde heb
ben zouindien zij naar tijdsorde van eenige historische bijzon
derheden kouden kennis nemen, geput uit verspreide oorkon
den die niet onder het bereik zijn van de meesten hunner.
Welkom was mij daarom het welwillend aanbod van het
bestuur van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappenom
mijne aanteekeningen ter zijner beschikking te stellen, met het