27 trent l) waarop de polder Schouwen afgebeeld wordt als reeds geheel bedijkt, hebbende aan de zuidzijde een regtenja, eer der nog naar huilen gebogen oever, waar die thans zoozeer bin nenwaartsgebogen loopt, terwijl in eene rekening van den rent meester van Beoosten-Scheld over het jaar 1520 vermeld wordt dat in de voorafgaande eeuwen de polder Schouwen en Stad Zierikzee door vele rampen getroffen waren en dat Schouwen omstreeks het jaar 700 nog grootendeels onbewoond en onbe bouwd was, doch door vrijdommen en andere privilegiën door de graven verleend aan hendie zich daar vestigden of daarop koopmanschap wilden drijven, aldaar bevolking is gelokt en zoowel genoemde stad als het land van Schouwen in vorige eeuwen reeds tot grooten bloei gekomen waren. Wat van een of ander waarheid zij, op goede gronden kan worden aangenomen, dat in het jaar 1291 de polder Schouwen reeds sedert lang in zijn geheel bedijkt wasen ookdat aan de zuidzijde reeds toen een belangrijk gedeelte des polders was verlo ren gegaan en buitengedijktzoodat reeds menige inlaagdijk achter den vorigen gelegd was, om het overige van den polder te behouden. Na deze algemeene opmerkingen laten wij in chronologische orde eenige historische bijzonderheden volgenvoor het meeren- deel geput uit authentieke bescheiden. Naar ik meen is het oudste bekende charter omtrent den polder Schouwen De uitspraak van graaf Fi.oris V, van Maandag voor Vas tenavond (26 Februarij) 1291, naar aanleiding van een geschil gerezen over het onderhouden der dijken van Schouwen. Dat charter berust in original! in het rijks-archief te 's Gra- venhagevoorzien van 's graven zegel. Uit die grafelijke beschikking blijkt het, dat in Schouwen Deze kaart is aanwezig in het Oud Archief der provincie Zeeland. Men is evenwel van meening, dat zij tot lateren tijd dan het jaar 600 behoort. Zie inr. M. F. Lantsheer, Zelctndia, illustrata, bl. 12.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 413