30 gemaakt was en dus door die van het deel, waarin de inlaag- dijk lag. De graaf nam ook nog maatregelen tegen hen, die onwillig of in gebreke gebleven waren, om de dijken te maken en in goed weerbaren staat te brengen verwaerenzooals dit leste (het laatst of onlangs) bij verdeeling was aangewezen door zekeren Janne van Hoeke (welligt een door den graaf daarvoor aangestelden persoon) en de gezworenen, die daartoe genomen warendoor te bepalendat deze hem daarvoor zullen ver beuren H vischatgelt (twee schatgeld of het dubbel van het geld) dat hij (de graaf) in den dike gheleghet had(waarmede vermoedelijk bedoeld wordt de namens den graaf aangewende kosten om den dijk in weerbaren staat te brengen)terwijl van die boete bevrijd zouden zijn, zij die hunnen dijk behoorlijk verwaert (in weerbaren staat gebragt) zouden hebbenwanneer dit aan de gezworenendie er nu zijn (welligt de nu verkozen zes mannen) blijken zou. Den 23 October 1337 werd door graaf Willem eene be schikking genomendie voor de geschiedenis van den polder Schouwen niet van belang ontbloot is. Uit die beschikking blijkt het, dat Schouwen door gebrek aan goede afwatering gevaar liep te zullen te niet gaan en dat het daarom noodzakelijk was aan de zuidzijde eene sluis te maken. Er schijnt evenwel verschil gerezen te zijn, waar de sluis zou worden gemaakt. Blijkens 's graven beschikking bestond de behoefte aan die sluis vooral voor de gronden van het toen nog bestaande vijfde- deel Zuidland. Het blijkt evenwel, dat in dat deel de meest geschikte plaats voor het maken dier sluis niet te vin den was en dat die van Quael-ambacht (poort-ambacht) van Zierikzee ongenegen warenom die in hun deel te doen leg gen, omdat (zooals uit deze beschikking is af te leiden) elk deel belast was met het onderhouden niet alleen zijner dijken doch ook van de sluizen in die dijken liggende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 416