33
Het schijnt, dat er toen overwegende bezwaren hebben be
staan., om de zaak volledig te regelen en den dijklast op al de
gemeten in de vijf vijfde-deelen gelijk te doen drukken't geen
waar het gold de instandhouding der gemeene zaak, de meest
billijke regeling zou geweest zijn.
De graaf doet dit niet. Hij handhaaft de splitsing des pol-
ders in de bestaande vijfde-deelen ook wat den dijkpligt betreft,
doch bepaalt tot tegemoetkoming in den onévenredigen dijklast,
dat die van de 11000 gemeten (zijnde, zooals uit eene latere
ordonnantie blijkt, twee der vijfde-deelen) het vijfde-deel Zuid-
land in het onderhouden der dijken te hulp zouden komen met
700 gemeten, te nemen uit de parochiën die het naast aan-
Zuidland grensdenen dat het vijfde-deel Kerkwerve het Poort-
ambacht in dat onderhoud zou tegemoet komen met 200 ge
meten daaraan naast gelegen zijndeeen en ander zoowel voor
de oude dijken als voor de nieuwedie mogten worden gemaakt.
Overigens zou elk vijfde-deel blijven bij zijne oude dijkagie (deze
voor zijne rekening houden).
De graaf zegt ook nog in deze ordonnantiedat indien
namaals gebeurde, dat nieuwe erften in Schouwen zouden wor
den gemaakt (nieuwe gronden aangedijkt)dit zou zijn eene
zaak van het vijfde-deel, waarin dit plaats had, behoudens dat
die van Znidland en Poortambacht altoos hebben en behouden
zouden zulk voordeel als hier te voren vermeld staatnamelijk
van de 700 en 200 gemeten voorschreven.
Het is hieruit blijkbaar, dat de vijfde-deelen Zuidland en
Poortambacht voortdurend het meest bleven lijden door het ge
weld van den stroom aan de zuidzijde des polders en wel het
meest Zuidland, terwijl de drie overige vijfde-deelen Haam
stede met omgeving, het Regtsbevang van Brijdorpe en Kerk
werve) een minder bezwarend onderhoud van dijken ten hunnen
laste hadden.
Hoewel het mogelijk is, dat de polder Schouwen in de 14e
en het grootste gedeelte der 15e eeuw niet zóó hevig door de
stroomen werd aangevallenals wel het geval schijnt geweest te
Archief III1", dl. 3e. st. 3