35
zijne ordonnantie van 14 October 1423 die van de 11000 ge
meten het vijfde-deel Zuidland zouden te hulp komen in het
onderhouden der dijkentot dat hij graaf, met zijn raad die
zaak definitief zou kunnen regelen, waarvoor op dat tijdstip
geene gelegenheid bestond.
Blijkbaar is er tusschen de besturen dier vijfde-deelenna
melijk aan de eene zijde van die der 11000 gemeten, die Zuid-
land met der 700 gemeten zouden te hulp komenen aan de
andere zijde van dat van Zuidlandverschil ontstaau, onder
wiens regt (regtsgebied of gezag) bedoelde 700 gemeten zouden
staan. De graaf houdt de beslissing daarover aan en stelt
daarom tijdelijk die 700 gemeten onder het beheer van ge
noemden rentmeester en de door deze aan te stellen gezworenen
zoodat noch dijkgraven en gezworenen van Zuidland, noch die
van de 11000 gemeten, over die 700 gemeten eenig gezag konden
uitoefenen, zoolang de graaf niet volledig de scheiding zal
hebben tot stand gebragt.
Dat die der 11000 gemeten niet dan zeer onwillig die 700
gemeten aan het vijfde-deel Zuidland wilden afstaanblijkt dan
ook uit een vroeger schrijven van den graaf aan dijkgraaf en
gezworenen van de 11000 gemeten van 24 December 1423,
blijkbaar naar aanleiding eener klagt van die van Zuidland
dat die van de 11000 gemeten wel bereid waren om, zooveel
lengte dijk van het vijfde-deel Zuidland in onderhoud over te
nemen als die 700 gemeten moete7i dragen (ten hunnen laste
nemen) doch niet om die 700 gemeten aan het vijf de-deel Zuid
land af te staan.
De Graaf beslist kort en goed, dat het laatstgenoemde toch
geschieden moest en dat hijzoo zij onwillig blijven daaraan te
voldoendaarop order zal stellenzoo als hij bij de ordon
nantie van 29 Februarij 1424 dan ook voorloopig reeds doet,
door die 700 gemeten aan het beheer van dijkgraaf en gezwo
renen van de vijfde-deelen der 11000 gemeten te onttrekken.
Zoowel deze ordonnantieals het vermelde schrijven, vergunt
een blik te slaan op het gebrekkigedat het beheer des pol-