36
dersverdeeld in vijf deelendie elk door een op zicli zelf
staand collegie beheerd werdenaankleefde en doet zien hoe
voortdurende twisten en oneenigheid door zoodanige organisa
tie onvermijdelijk veroorzaakt werden.
Het laat zich dan ook goed verklarendat Graaf Philips
van Bourgondië, die spoedig daarop graaf Jan van Beijeren
in de regeering is opgevolgd, het noodzakelijk rekende, om hier
aan een einde te makendoor een collegie in het leven te roepen
dat den polder in zijn geheel zou heheeren en met gezag zou worden
bekleed boven dat der dijkgraven en gezworenen der verschil
lende vijfde-deelenzooals hij dan ook deed bij de navolgende
ordonnantie.
Den 13 Maart 1425 begiftigde Philips van Bourgondië
de stad Zierikzee met een privilegie, waarbij hij onder meer
gunsten van anderen aard aan de regering van die stad het
recht gaf, om den graaf zeven mannen als heemraden over den
polder Schouwen te noemen (voor te dragen)die namens den
graaf door den rentmeester van Beoosten-scheld zouden worden
beëedigd.
Aan die heemradendie met den regerenden burgemeester
der stad Zierikzee zouden uitmaken het collegie van regenten
van den Lande van Schouwen ('t welk van dit tijdstip tot het
einde der 18e eeuw onafgebroken in stand bleef) werd door den graaf
opgedragen het beheer over de geheele dijkagie van Schouwen
zoowel zee- als inlaagdijken blijvende volgens die ordonnantie even
wel de collegiën van dijkgraven en gezworenen in de verschillende
vijfde-deelen (doch onder de super-intendentie van evengenoemd
collegie) in officie, gelijk zij van ouder costume gedaan hebben.
Deze collegiën van dijkgraven en gezworenen van de verschil
lende deelen (later vieren-deelen) zijn dan ook in stand geble
ven tot in het eerste gedeelte dezer eeuw.
Aan het genoemde collegie van burgemeester en heemraden
droeg de graaf op op de dijken schouwing te houden mits acht
dagen te voren daarvan afkondiging doende in al de parochiën.
Vermeldingwaardig is de wijze, waarop volgens dit privilegie